Lambert Huijbertsz Cos
Lambert Huijbertsz Cos,
geb. op 16-10-1689 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 16-10-1689 te Huijsen,
ovl. te <= 1692.- Vader:
Huijbert Lambertsz Cos, zn. van Lambert Tijmensz Cos en N1 Gijsberts Vos,
geb. in 1663 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1695-73,
ged. Gereformeerde Gemeente op 14-01-1684 te Huijsen; oud 22 jaar; uit Mennistendom over gekom,
Ex-MENNIST,
ovl. op 06-01-1729 te Huijsen; DTB-20, Koptienden Laatste: 1698-50,
begr. op 11-01-1729 te Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: Pro Deo,
, -
HUIJBERT LAMBERTSZ COS
Huizen Koptienden (1695-73 1698-50):
1695-73: v. Gerrit Evertsz Ammerael 7 cop 1/2
1698-50: op Gerrit Evertsz Admirael 7 cop 1/2
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1684: Ondereijnde van Huijsen; Huijbert Lambertsz, zoon van Ruijter ?
-
Huizen-DTB-1A-Dopen; 14-01-1684: uijt het Mennisten: Huijbert Lambertsen, oud 22 jaaren
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1691, 1698; Ondereijnde van het Dorp, Huijbert Lambertsz Kos en Annetien Gerrits, echteluijden
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708: 't huijser Ent en Onder Eijnde, Huijbert Lambertsz Kos en Annetien Gerrits, echteluijden
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio 169: Anno 1719, op den 20 Julij doen vonde een man woonende na bij putten (hebbende des avonts te voeren sijne 13 koijen noch gemolcken) des morgens in 't Lant alle doot, 't welck mijn Buijrman Hubert
Lambertsz kos, hebbende daar bij sijne vrienden geweest, op Heden den 31 Julij voor een waarheijt aen mij vertelt, seggende daar bij, dat het aldaar, en daar ontrent seer sterck stierf, gelijck ook op Over eem en Eemenes
-
ORA-184-3217A019; 13-10-1723: Pro Deo; Jannetje Frederiksz Leeken (56), mitsgaders Nelletje Jansz (48) beijde wonende tot Naarden alsmede Huijbert Lambertsz (60) in huwelijk hebbende Annetje Gerritsz Peet wonende tot Huijsen die op verzoek van
de diaconie armen tot Huijsen verklaarden dat van:
- 1e comparant Jannetje Fredriks Leeken haar moeders vader, Johannes Petus in sijn leven Predikant tot Naarden, noch twee (2) volle broeders en een suster heeft gehad sijnde de eene broeder genaamt Pieter Jansz Houtwijk in leven gewoont
hebbende op Boomsloot tot Amsterdan sijnde geweest wijncoper aldaar, en de andere genaamt Gerrit Jansz Peet, in leven gewoont hebbende tot Huijsen in 't huijs daer nu de schepen Jacob Killewig inwoont, en de suster genaamt Geertje Jansz in
leven gewoont hebbende tot Naarden.
- Verder verklaarde 1e comparant hoe:
- den voorn: P: Jansz een eenige soon, Johannes Houtwijk genaamt, welke al voor veele Jaaren voor de Camer van Zeelant na Oostindie is gevaren en verders dat:
- Gerrit Jansz Peet voorn: drie dogters nagelaten heeft:
1. de oudste genaamt Lijsbet Gerrits toegenaamt Blinde Sussje, dewelke van de diaconie tot Huijsen onderhouden is geworden, en
2. de anderen genaamt Weijntje Gerrits van dewelke nog heden in leven is eene dogter genaamt Jannetje Jans wonende alhier tot Huijsen, welke Jannetje Jansz voorn: met hare twee (2) kinderen tot dato deses nog onderhoud heeft van de diaconie, en
3. de derde genaamt Annetje Gerrits dewelke den 03-01-1719 overleden is, van dewelke noghthans een eenige soon in leven is, genaamt Lambert Huijbertsz,
- alsmede dat Geertje Jansz voorn: de suster van haeren grootvader sijnde, onder anderen nagelaten heeft een soon genaamt Frank Soudaen, van welke nog een eenige soon heden in leven is genaamt Jacobus Soudan, wonende in het 3e huijs van
delvolvestraat op de Heeregragt tot Amsterdam.
- Wijders verklaarde 1e comparant dat sij dikwils uit de mond van haer moeder Lidia Petus heeft gehoord en verstaan, hoe dat Johannes Houtwijk voorn: sijnde een soon van haeren voorn: vaders broeder, haer volle susterling was, ende dat ook de
dogteren van haeren andere vaders broeder Lijsbet Gerritsz Blinde Sutge genaamt, Weijntje Gerritsz en Annetje Gerritsz mede volle susterlingen waren van de vorrn: Johannes Houtwijk ja ook dikwills uijt de mond van haren voorn: moeder heeft
verstaan, dat sij alle Jaren op Amsterdamse kermis gewoon wat bij haren voorn: oom Pieter Jansz Houtwijk, vader van de voorn: Johannes Houtwijk aan lange tafelen ten eete te gaan.
- Eijndelijk verklaarde 1e comp. dat haeren grootvader Johannes Petus, ende sijne twee (2) broeders Pieter Jansz Houtwijk en Gerrit Jansz Peet, en sijn suster Geertje Jansz broeders en susters waren, en op hare begraaffenisse altijt gebeden
was, dat sij comparant het dikwijls heeft gehoor van haar moeder die meer als 80 Jaren was, wanneer deselve voor 4 Jaren deser werelt quam te overlijden (1719: 80 Jaar; geboren 1639);
- Verders verklaarden de 2 laatste comparanten:
- mede seer dikwills uijt de mond van Lidia Petus hebben horen seegn, maer enz. bevestigen verhaal; en
- Frank Soudaan tot Naarden voogt was van de voorn: Johannes Houtwijk,
- dat de voorn: Lijsbet Gerritsz, Blinde Sussje ende de voorn. Annetje Gerrits als dogters van Gerrit Jansz Peet susterlingen (nigtjes) waren van Frank Soudaan; dat zij gevraagd werden voor de begrafe-nis van de vrouw van Johannes Houtwijk en
op verzoek van zijn zoon Jacobus Soudaan bij die van zijn vader, ja selfs bij die van Jacoba de gewesen huijsvrouw van sijn soon Jacobus Soudaan tot Naarden
blz. 5: Wijders compareerde Maria Claas de Swart (89) heeft in de tijd dat haar vader Klaas Huigen de Swart alhier schout was regelmatig in haer vaders huijs een langagtig man sijnde een wijncoper van Amsterdam en de broeder van Gerrit Jansz
Peet en van de Predikant Johannes Petus, Gerrit Elbertsz Tass (88), Aaltje Gijsbertsz (78), Marritje Lamberstz (68), Lambert Rijksz Lustig (67) alle wonende binnen Huijsen
blz. 8: Aaltje Pieters weduwe van meergen: Predikant Johannes Petus,
tr. (2)
met Fijtje Willems .,
tr. (1) op 06-07-1687 te Huijsen.
- Moeder:
Annetien Gerrits Peet, dr. van Gerrit Jansz Peet en N.N. ,
geb. te Huijsen,
ovl. op 03-01-1719 te Huijsen; DTB-20; 184-3217A019; 13-10-1723,
begr. op 03-01-1719 te Huijsen; Pro Deo,
, -
ORA-184-3217A019; 13-10-1723; Zie volledie transcriptie
1e comparant Jannetje Fredriks Leeken haar moeders vader, Johannes Petus in sijn leven Predikant tot Naarden, noch twee (2) volle broeders en een suster heeft gehad sijnde de eene broeder genaamt Pieter Jansz Houtwijk in leven gewoont hebbende
op Boomsloot tot Amsterdan sijnde geweest wijncoper aldaar, en de andere genaamt Gerrit Jansz Peet, in leven gewoont hebbende tot Huijsen in 't huijs daer nu de schepen Jacob Killewig inwoont, en de suster genaamt Geertje Jansz in leven gewoont
hebbende tot Naarden. ...................
Eijndelijk verklaarde 1e comp. dat haeren grootvader Johannes Petus, ende sijne twee (2) broeders Pieter Jansz Houtwijk en Gerrit Jansz Peet, en sijn suster Geertje Jansz broeders en susters waren, en op hare begraaffenisse altijt gebeden was,
dat sij comparant het dikwijls heeft gehoor van haar moeder die meer als 80 Jaren was, wanneer deselve voor 4 Jaren deser werelt quam te overlijden (1719: 80 Jaar; geboren 1639);.
>